Lovina, 22 – 29 februari
22 februari
Vandaag zijn we op weg gegaan naar ons volgende verblijf, Sunari Villas en Spa in Lovina. Gedé bracht ons daar met de taxi en onderweg hebben een aantal bezienswaardigheden aangekruist die we wilden bezoeken.
De tempel in Mengwi, Pura Taman Ayun is zeker het bezoeken waard. Er was weer een offerdienst aan de gang zodat we niet op het middenterrein mochten komen. Als bezoekers van Artis konden we rond de tempel lopen en foto’s maken van wat er binnen gebeurde. Mensen kwamen binnen met offers, we hebben zelfs iemand gezien met een geroosterde varkenskop op het hoofd…. Niet zo snel een foto kunnen maken.
Het offeren is een belangrijke bezigheid in Bali. De dag ervoor werd er op het strand een offer gebracht aan de zee, het was nieuwe maan… Bijna ieder huis heeft een eigen tempeltje, straten zijn versierd tot een maand na het einde van Galungan/Kuningan dat tweemaal per jaar wordt gevierd.. Als je zo door het land rijdt lijkt Bali een aaneenschakeling van tempeltjes.
Via een lokale traditionele markt, de botanische tuinen en de GitGit waterval zijn we om vier uur aangekomen in Lovina.
Onderweg nog apen tegengekomen…
We zitten dus nu in een resort aan het strand en met een mooi zwembad. Bij aankomst kregen we naast het welkomstdrankje een massage aangeboden. Lekker ontspannend na een rit van bijna 100 kilometer.
24 februari, Gokken
Ron en Ineke hebben ons de omgeving van Lovina laten zien. Zij hebben een auto en zijn hier al vele malen geweest. Er is een Hardy’s, een Carrefour en toen we door de binnenlanden reden, kwamen we een aankondiging voor een hanengevecht tegen. Zou de volgende dag worden gehouden in Tukadmunggha.
’s Avonds gegeten bij Chonos, het beste restaurant in Lovina of Kalibukbuk zoals de lokalen zeggen. Het restaurant was opgezet door een postbode die zijn schepen in Nederland heeft verbrand en hier opnieuw is begonnen. En met veel succes, het eten was goed.
De volgende dag…. wij op weg… via allerlei kleine slingerweggetjes kwamen we uiteindelijk op de plek van handeling. Uiteraard waren wij de enige buleh’s (toeristen) dus voor de dames werd een plaatsje op de eerste rang geregeld.
Ron hield zich bezig met het keuren van de haan, we dachten een toppertje in handen te hebben. We hebben een van de aanwezigen gevraagd om 50000 roepies op “onze” haan in te zetten en inderdaad…. de tegenstander legde het loodje! 50.000 roepies gewonnen.
Omdat Ron in de winning mood was, werd een andere haan geprobeerd. Minder succesvol omdat beide hanen vrijwel gelijktijdig ter aarde storten. Dus “eigen geld”. Uiteindelijk konden we een winst van 15.000 roepies incasseren. Lijkt veel maar een flesje bier kost 30.000 roepies. Maar wel veel lol gehad.
25 februari, weer op de brommert
Vandaag hebben we weer een brommert gehuurd voor de rest van ons verblijf hier. Ik heb een ritje bedacht door het binnenland met een bezoek aan de wamrwaterbronnen van Banjar en het boeddhistisch centrum.
De warmwaterbronnen waren leuk, men gaat uit van een geneeskrachtige werking van het zwavelhoudend water van iets meer dan 40 graden maar, als we zo naar al die spartelende mensen kijken in een klein badje van hooguit 10 bij 10 meter, dan heb ik daar zo mijn twijfels over.
Toch maar geprobeerd. De bronnen hebben drie etages. Het water stroomt van de bovenste etage naar het “grote bad” en vervolgens in een iets kleiner en dan de rivier in.
Van het boeddhistisch centrum hadden we verwacht dat er allemaal moniken in oranje gewaden rondliepen te mediteren. Dat was niet zo. In het centrum worden ceremonies gehouden maar heeft geen bewoners. Wel een mooie tuin en beelden.
26 februari, naar de dolfijnen
Om vijf uur in de ochtend ging de wekker en om kwart voor zes stonden we bij de boot die ons naar de dolfijnen moest brengen.
Het was nog donker toen we om zes uur vertrokken. De zonsopgang was adembenemend, zoveel mooie kleuren, we waren er stil van.
Na een klein half uurtje begon onze schipper ineens vaart te maken naar een groep dolfijnen. Prachtig was het om die dieren in groepsverband te zien zwemmen en springen over de golven…
Het enige nadeel was en dat zag je pas goed toen het licht werd, dat we er niet alleen waren. Er waren ongeveer 50 bootjes die wild aan het varen waren om de dolfijnen te spotten. Zodra er weer een groep met dolfijnen was gespot ging de hele “zilvervloot”er achteraan. Dat vonden wij wel een minpunt dat die dieren zo opgejaagd werden
Om 08:15 uur zaten we weer met zijn tweetjes in het hotel te ontbijten met een mooie ervaring rijker……
27 februari, Singaraja
Vandaag zijn we op de brommert naar Singaraja gegaan. Singaraja is de grootste stad in de buurt (10 kilometer van ons hotel) en heeft een overdekte markt en een supermarkt. Er wonen zo’n 150.000 mensen.
Op de terugweg het enige cache gezocht dat er binnen ons bereik in Lovina is. Voor degene die niet weten wat ik bedoel: www.geocaching.com. Het cache was verstopt in een warung (eenvoudig restaurant) dat wordt gerund door een Duitse mevrouw Beate. We hebben een afspraak gemaakt voor morgen om te komen eten. Er wordt dan ook Balinees gedanst en we worden opgehaald en teruggebracht naar het hotel. Handig, want morgenmiddag moet de brommert terug.
28 februari, de omgeving
Op de laatste volle dag in Lovina wilden we de omgeving nog eens bekijken. Eerst ’s morgens in het zwembad en de bedoeling was om ’s middags het stalen ros weer te beklimmen en de bergen in te rijden.Maar de weergoden werkten niet mee. Net toen we de brommert hadden gestart begon het te gieten van de regen. Ons hotel had een overkapping voor dit soort gevallen. Omdat we weten dat regen hier nooit lang duurt pakten we onze Action Regen Jassen en wachtten tot de ergste regen over was
Nog geen kwartiertje gereden of we kwamen bij een mooie tempel, een Pura Dalem of dodentempel. De beelden hadden allemaal iets angstaanjagends doodkoppen, dode mensen en meer symbolen refererend aan de dood.
Na ons bezoek aan de tempel verder gereden volgens een route die ik had bepaald op basis van een garmin kaart kan Bali. De kaart was blijkbaar iets verouderd of op een andere manier onjuist want de wegen die liepen anders dan de kaart aangaf.
Wat eerst een asfaltweg was, veranderde in een steenslagweg die weer veranderde in een onverharde kleiweg die weer veranderde in een pad met grote keien en geulen vanwege de regenval.
Op een gegeven moment werd het zo erg dat Conny moest lopen …… en dat vindt Conny niet leuk.
Een behulpzame Balinees verzekerde ons dat een honderd meter verder weer een “good road” begon….
De weg was inderdaad redelijk te rijden en hele mooie uitzichten en tafereeltjes maakten alles weer goed. Dwars door de rijstvelden bereikten we uiteindelijk Lovina weer.
’s Avonds eten in Warung Bambu van Beate met de Balinese danseressen op de achtergrond.
Het eten was prima en erg leuk gepresenteerd….
Het had iets met Deutsche Grundlichkeit te maken volgens mij..
